zondag 11 februari 2018

Paashazen in tuinbroek





Bij deze paashaas heb gebruik gemaakt van verschillende patronen en heb ik cotton eco color van Schachenmayer gebruikt kleur 10. Dit is een gemeleerd garen. Nld 2 ½. Voor de tuinbroeken heb ik regata van rosarios 4 gebruikt. 




Kop
Het patroon van de kop kun je vinden in ravelry
Bij het haken van de tweede haas kwam ik erachter dat ik toer 6 (30 vasten) niet gehaakt heb. Ik heb dit ook bij de tweede haas gedaan, zodat ze gelijk zijn.

Afkortingen
V- vaste
Xv- x is het aantal steken waarin je 1 vaste haakt
L- losse
MR- magische ring
Db - 2 vasten in 1 steek
XxDb - X is het aantal steken, waarin je 2 vasten haakt
3stkDb - 3 stokjes in 1 steek
Hh - herhaal tot einde toer
Sam- 2 vasten samen haken
XxSam - X is het aantal keer dat je 2 vasten samen haakt
AL- in de achterste lus van de vorige toer haken
VL- in de voorste lus van de vorige toer haken
Hh- herhaal tot einde toer

Lijf
Voor het lijf heb ik het patroon van de haas met het paasei gebruikt, maar dan toch weer iets gewijzigd. Ik heb nu dit patroon al twee keer gewijjzigd, waardoor het enorm afwijkt van het origineel.

Voeten en benen worden aan een stuk gehaakt. Maak er twee. Deze poten worden later samen gehaakt, en daarop wordt het lijf gehaakt. Het patroon is zo geschreven dat je altijd aan de achterkant in het midden begint. Haak daarom om de 2 of 3 toeren een extra vaste waarbij je marker die de laatste steek van de toer aangeeft, verplaatst naar deze vaste. Je wijzigt dus niet het aantal steken, je verplaatst het eind/begin van de toer naar het midden.

1- 5 lossen
2- v in de 2e vaste, 2 vasten, Db, 3 vasten = 10 steken
3-  Db, 2v, 4x Db, 2v, Db = 16 steken
4- 16v AL
5- 16v [voeten stevig vullen, ik heb een voetzool uit een stevige place mat geknipt en dit tussen de zool en de vulling gedaan, waardoor de haas beter blijft staan]
6- 4v, 4xSam, 4v = 12 steken
7- 2v, 4xSam, 2v = 8 steken
8- 8v
Kleurwissel
9- 8xDb = 16 steken
10-13 16v
14- Poten aan elkaar haken, let op dat de voeten dezelfde kant uitwijzen en dat je in het midden van de achterkant begint. In deze toer heb je 32 vasten en een open kruis. Nasi na een paar  toeren aan de binnenkant van het lijf dit kruis dicht.
15- 31v, je hebt 32 vasten in toer 14, voor het vervolg van het patroon heb je er 31 nodig. Ik heb daarom in het midden van de achterkant de laatste 2 steken samen gehaakt = 31 vasten
16- 7v,(Db,2v) 5x, Db 8v = 37
17- 37v
18- 37v VL
19-20 37v afhechten

Voor de afwerking is het mooi om een “ pijpomslag” aan de onderkant van de broekspijp te haken. Het is handig om dit nu te doen. Draai je werk om met de opening naar je toe. Haak 16 vasten tussen de toeren 10 en 9. Dan nog een toer vasten AL
Kleurwissel naar konijnenkleur
18a- in de achterste lus 37v.
19a- 8v,(Sam,2v) 5x, Sam, 7v = 31
20a- 31 vasten [ nb, denk aan het verplaatsen van je marker]
21- 31 vasten
22- 5v, ( Sam, 1v) 5x, Sam, 6v
Vanaf hier is het midden niet meer belangrijk
23-27 24v
28- (Sam, 2v) hh  = 18
29- (Sam, 1v)hh = 12
30- (Sam, 1v) hh = 9 

Haak met tuinbroek kleur in het midden van de voorkant op toer 20 8 vasten en een keerlosse. Daarna nog 5 toeren met 8 vasten en een keerlosse.

Voor de bretels heb ik 24 lossen gehaakt en 1 toer met 23 vasten. Haak er twee.
Deze heb vastgenaaid met de ‘verkeerde kant’ naar voren. Je kunt eventueel knoopjes op de bretels naaien.

Armen

1- 6v Mr
2- (Db,v)hh = 9
3- 9v
4- (Db,2v)hh =12
5- (Sam,4v) 2x = 10
6- (Sam, 3v) 2x = 8
7-13 8v

Oren
Haak er 2
1- 7 lossen en een keerlosse = 8
2- 7 vasten en in de onderste lussen van de lossen ook 7 vasten. Goede kant naar je toe
3- 3 v, 3 hst, (3 stk Db) 2x, 3 hst, 3 v.
Afk.